Van fossiele brandstoffen naar oneindig beschikbare en schone energiebronnen, inmiddels is het debat over de energietransitie in een nieuwe fase beland. Het gaat niet meer over ‘of en waarom’, maar ‘hoe en waar’ die overgang moet plaatsvinden. Daardoor blijven we hangen in een discussie over percentages en de locatie van zichtbare elementen als windturbines en zonnepanelen. Waarom beschouwen we de energietransitie niet als een tijdelijke klus?
Een klus die te klaren is met een milieukundige én een ruimtelijke benadering. Daarvoor is samenwerking tussen beleidsmakers, netbeheerders en particuliere initiatiefnemers nodig. Zo kunnen we een belangrijke versnelling van de transitie in gang zetten.
Alle verandering is moeilijk en de energietransitie lijkt op dit moment een enorme opgave, waar we als een berg tegenop zien. Eerst de oude, fossiele brandstoffen opmaken, lijkt het motto. Komen die niet uit onze eigen bodem, dan importeren we ze uit de Verenigde Staten. Gelukkig lijken we, dankzij een nieuwe rekenmethode, de milieudoelstellingen in het klimaatverdrag van Parijs (2020: uitstoot broeikasgas 25% lager dan in 1990) nét wel te halen [de Volkskrant, 15 oktober 2016]. In 1990 stootten we meer uit dan eerder gedacht, waardoor de 25% reductie eerder in beeld komt. Dus leunen we allemaal achterover. Alleen, wie achteroverleunt, kijkt nog meer tegen die torenhoge berg op.
Wat weerhoudt ons om voorop te lopen? Waarom bundelen we niet onze milieu- en ruimtelijke krachten om die overgang te versnellen? De energietransitie is slechts een tijdelijke ‘klus’, met het gebruik van duurzaam opgewekte en hernieuwbare energie als blijvend toekomstperspectief. Hoe eerder we die klus geklaard hebben, hoe sneller we van de vele voordelen profiteren. Die zijn er zowel op mondiale als op lokale schaal: met een wegvallende vraag naar fossiele brandstoffen temperen we de klimaatverandering. De luchtkwaliteit verbetert en dat is goed voor onze gezondheid. Voor het landschap zijn er ook belangrijke voordelen: elementen als windmolens en zonnepanelen tasten het landschap niet onomkeerbaar aan. Zij zijn te verwijderen zonder blijvende sporen na te laten. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld bodemdaling als gevolg van gaswinning.
Energie vraagt ruimte
Die energieklus heeft letterlijk en figuurlijk ruimte nodig. Ruimte die we alleen creëren als we de energietransitie als ruimtelijke opgave benaderen. Waar en wanneer wordt het opgewekt, Waar en wanneer is het nodig? Hoe en waar wordt het opgeslagen? Er zijn talloze verschillende initiatieven en technieken voor het opwekken, opslaan en transporteren van energievormen. Daarom is het nodig om netwerken te verknopen en technieken te integreren tot een samenhangend systeem. Dit vraagt om de visionaire aanpak die in de ruimtelijke ontwikkeling gebruikelijk is.
Die ruimtelijke oplossingen zijn er niet alleen bovengronds, in de vorm van windmolens en zonnepanelen. Ook ondergronds liggen er in dit opzicht mogelijkheden. Het gebruik van aardwarmte en opslag van koude en warmte in grondwater zijn hiervan voorbeelden. Daarvan is de beloning boven de grond zichtbaar; het landschap wordt niet aangetast. Dat heeft belangrijke voordelen, want de tijdelijke energieopgave speelt zich af in onze cultuurhistorisch waardevolle en soms kwetsbare landschappelijke context. Die context vraagt om een zorgvuldige afweging.
Wees ambitieus en begin vandaag
Verandering begint met ambitie, we willen de top van de berg zo snel mogelijk bereiken. Wat let ons om naar een hogere versnelling te schakelen en ruimtelijke plannen voor de energietransitie te maken? Dus gemeenten, pak die kans van de energieversnelling en stel in samenwerking met milieudeskundigen en ruimtelijk ontwerpers een ruimtelijke energievisie op, als onderdeel van de omgevingsvisie. Rijk, provincie en regio, overleg met elkaar en misschien is de klus op een ander schaalniveau beter te klaren. Voel als overheid geen zware verplichting om alles op te lossen, maar werk samen: met energiecoöperaties, netbeheerders, bedrijven met overtollige restwarmte, private investeerders en actieve burgers.
Laten we die berg samen bestijgen en doen wie het eerste boven is!
Gepubliceerd op Duurzaam gebouwd